De toeschouwers die dachten in RVC ’33-Spartaan’20 een leuke bekerwedstrijd te zien, kwamen bedrogen uit. RVC ’33 kwam met een gelegenheidselftal binnen de lijnen. Zo’n achttal potentiële basisspelers waren er niet bij door allerlei redenen. Voor Spartaan’20 werd het dan ook een gemakkelijke middag.
Eenrichtingsverkeer
Met een mix van 1e en 2e keus aangevuld met nog wat jeugdspelers geef je, ongeacht de omstandigheden die je daartoe wellicht dwingen, geen signaal af het bekervoetbal serieus te nemen. Voor de neutrale toeschouwer een gruwel, die niet komt voor een wedstrijd met louter eenrichtingsverkeer, want dat werd het natuurlijk op Kaagjesland. Sporadisch wist RVC er nog een tegenaanval uit te persen. Zo was dat in de 34e min. toen Niels v.d. Meer voor een opleving had kunnen zorgen. Hij schoof de bal niet scherp genoeg richting doel. Toen was Spartaan’20 bij een 0-2 voorsprong eigenlijk al klaar met RVC. En dat was zeker het geval toen voor rust ook nog de 0-3 viel.
Honger gestild
In de 2e helft lag een flink pakslaag in het verschiet voor de Reeuwijk-Dorpers. Echter de 0-3 voor rust had de honger naar meer doelpunten van de Rotterdammers kennelijk al gestild. Want ondanks het grote overwicht en de vele kansen viel er voor de Rotterdammers slechts nog één treffer te bejubelen: 0-4. En met die eindstand kwam RVC warempel ook nog goed mee weg.
• Bericht: André van Egdom