Gemeente Gouda gaat de belangrijkste aanbevelingen van Arcadis Nederland invoeren in de regeling Erfgoed en Duurzaamheid om zijn monumentale panden zorgvuldig en met beleid te kunnen verduurzamen.
De huidige regels worden door de inwoners nog als te lastig en beperkend gezien. Zodoende heeft gemeente Gouda Arcadis de opdracht gegeven de regeling te evalueren. Door middel van een enquête en bewonersavonden werd geïnventariseerd waar particuliere eigenaren van monumenten tegenaan lopen.
De aanbeveling van Arcadis Nederland luidt dat de regels verruimd moeten worden, er duidelijke richtlijnen gegeven dienen te worden en er een heldere informatievoorziening tot stand moet komen. Zo kan er op een verantwoorde manier verduurzaamd worden.
Een deel van de aanbevelingen van Arcadis wordt mogelijk al deze zomer ingevoerd en de verwachting is dat in de tweede helft van dit jaar een herziene regeling gepresenteerd kan gaan worden.
Gouda was één van de eerste gemeenten die verduurzaming van monumenten gemakkelijker maakte. Verduurzamen van monumentaal erfgoed is een uitdaging die ook in andere gemeenten met middeleeuwse binnensteden speelt, zoals Leiden, Haarlem en Dordrecht. De aantrekkelijkheid van Gouda voor inwoners en bezoekers wordt mede bepaald door zijn middeleeuwse binnenstad. Vanuit het oogpunt van circulariteit (het langdurig blijven gebruiken van grondstoffen en bouwproducten) zijn monumenten dankzij hun hoge leeftijd op zichzelf al duurzaam. Maar in gebruik zijn ze dat niet. Hier valt nog winst te behalen.
Gouda is een historische stad met een beschermd stadsgezicht en ruim 1.200 monumenten. Elk monument is uniek. Verduurzaming van monumenten vereist dan ook maatwerk; bijvoorbeeld bij de toepassing van zonnepanelen (mogen ze vanaf de straat wel of niet zichtbaar zijn?) en bij isolerend glas (mag je een historisch houten kozijn wel of niet aantasten voor dikker glas?).
De overheid, zoals een gemeente, staat in principe voor uniform beleid (wetten en regels die voor iedereen in gelijke mate gelden). Omdat elk monument uniek is, is zo’n uniforme aanpak bij het verduurzamen van cultuurhistorisch waardevolle panden eigenlijk niet realistisch. Tegelijkertijd zijn heldere richtlijnen nodig om particuliere eigenaren van monumenten wegwijs te maken. Het verder verbeteren van de regeling Erfgoed en Duurzaamheid moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd.
Wat onverkort van kracht blijft, is het advies van de gemeente aan (particuliere) eigenaren van monumenten om altijd eerst de monumentenadviseurs van de Omgevingsdienst Midden-Holland te raadplegen, vóórdat met verduurzaming van het monument wordt begonnen. Dat kan gedoe achteraf helpen voorkomen.