Vanaf 2022 is het niet meer toegestaan voor gemeentes om precariobelasting over leidingen te heffen bij nutsbedrijven. Dat scheelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk circa 900.000 euro aan inkomsten. Als de nutsbedrijven die kosten in mindering brengen op de energienota of nota van het waterleidingbedrijf, vloeit dat geld alsnog terug naar de burger. Maar helaas blijkt dat niet het geval te zijn.

Het college heeft op 2 februari een brief geschreven aan Stedin met de vraag of de vermindering aan kosten voor precariobelasting kunnen worden verrekend met de individuele burger. Dit naar aanleiding van een motie die op 13 november 2019 is ingediend door Frank Rijkaart (VVD) en unaniem is aangenomen door de gemeenteraad.
Het antwoord van Stedin is teleurstellend. Het is volgens Stedin niet mogelijk om de kosten voor precariobelasting toe te kennen aan een individuele nota. Bovendien verwacht Stedin een tariefstijging vanwege de kosten die gemaakt moeten worden voor de energietransitie.