Halsbandparkieten zijn tegenwoordig in heel Nederland te bewonderen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men ze tegenkomt in het Kennedybos in Reeuwijk-Brug. Deze fleurig uitziende vogel is vanaf einde jaren 60 en begin jaren 70 in Nederland in het wild te vinden in voornamelijk stedelijke gebieden. Ze zijn door de mens vrijgelaten en ontsnapt uit volières.
In de zomer kan deze exoot zichzelf prima redden en kan hij ook in de buitengebieden worden aangetroffen. ‘s-Winters hebben de Halsbandparkieten het wel moeilijker om voldoende voedsel te vinden. Ze zijn dan aangewezen op bijvoeren door de mens.
Ze zouden teveel met de inheemse diersoorten concurreren en dan met name met de boomklevers en de rosse vleermuizen voor hun slaapplaatsen. Natuur- en vogelbescherming houdt nauw in de gaten of deze exoten niet teveel de inheemse soorten in de weg zitten, maar ziet nog geen enkele aanleiding om in te grijpen. Zij zeggen dat de natuur constant verandert. Er is geen afname van de inheemse soort. Soms kan wel de leefomgeving van de vogels veranderen. Mocht het zorgwekkend worden dan kan met bijvoeren gestopt worden, de vogels kunnen gevangen genomen worden en ook tot afschieten kan worden overgegaan.
In 1968 vlogen er tientallen halsbandparkieten in de stedelijke gebieden zoals Amsterdam en Utrecht rond. Volgens de laatste telling van Sovon zijn er nu al zo’n 22.000 exemplaren. Sovon.nl brengt, samen met veel vrijwilligers, de ontwikkelingen in aantallen en verspreiding van vogels in kaart.
Overlast voor de mens wordt niet gezien als reden om tot drastische maatregelen over te gaan. Hoewel de meeste mensen het schattige en fotogenieke diertjes vinden, klagen sommige over geluidsoverlast en kun je je auto beter niet in de buurt van een slaapplek parkeren.
Op de site van Vogelbescherming Nederland zijn leuke tips te vinden voor een vogelvriendelijke tuin in de winter.
Tekst: Bianca Verzijl