De eenmalige verhoging van de belasting op onroerend goed (OZB) voor woningen met 1%, is uit de begroting gehaald. Dat is afgelopen woensdag besloten tijdens de behandeling van de begroting in de gemeenteraad. Daardoor loopt de gemeente 90.000 euro aan opbrengsten mis, die bedoeld waren om de kosten te betalen die bezwaarmakers veroorzaken als ze bezwaar maken tegen de hoogte van de OZB met behulp van een bemiddelingsbureau. De bemiddelingsbureaus laten alle bezwaren voorkomen bij de rechter en strijken dan de kosten van de rechtszaak op. Die kosten worden nu betaald vanuit de algemene reserve. Volgend jaar wijzigt de wet waardoor het voor bemiddelingsbureaus niet meer aantrekkelijk is om te bemiddelen. Het is helemaal niet nodig om bezwaar te maken via een rechtszaak, inwoners kunnen ook zelf bezwaar indienen bij de belastingdienst (BSGR).
De extra verhoging van de onroerendzaakbelasting voor bedrijfspanden met 12,5% is niet geschrapt. Wethouder Elly de Vries legde uit dat deze extra verhoging voortkomt uit een besluit van vorig jaar. De bedrijven betaalden in verhouding 25% minder belasting voor onroerend goed dan particulieren. Die ongelijkheid is in twee stappen gelijkgetrokken, dit jaar 12,5% en volgend jaar volgt de laatste stap.
De begroting is goedgekeurd door de gemeenteraad. Alleen Burgerbelangen, de PvdA en GroenLinks stemden tegen. Burgerbelangen, omdat de extra verhoging van de onroerendzaakbelasting voor bedrijven is gehandhaafd in de begroting. De PvdA is het niet eens met de opgelegde taakstellingen in het sociaal domein. GroenLinks vindt de onzekerheden te groot, omdat de gemeente volgens hen niet in control is op het gebied van het sociaal domein, duurzaamheid en klimaat.
Tekst: Anneke Bekker
Bron: Raadsvergadering van 8 november 2023