Tijdens de gemeenteraadsvergadering van afgelopen woensdag ontstond bij het agendapunt ‘överlast Wilhelminastraat’ een discussie over het in april afgesloten horecaconvenant. In verband met het rookverbod in de horeca per 1 april 2020 is in het horecaconvenant opgenomen dat na 1.30 uur horecabezoekers niet meer naar binnen mogen, ook niet als ze even naar buiten zijn gegaan om te roken.
Door de discussie over het convenant kwam het niet echt tot een discussie over de wezenlijke vraag die op 15 januari in de commissie Bestuur en Financiën werd gesteld door Hennie Castelein van Burgerbelangen. Zij vroeg wat er in de exploitatievergunning van horecaondernemers wordt bedoeld met de term “niet duldbare overlast”. Volgens Merel van Dijk (GL) krijgen inwoners van de Wilhelminastraat die klagen over geluidshinder van horecabezoekers vaak als antwoord dat ze duldbare overlast moeten accepteren.
Na een lange discussie werd afgelopen woensdag uiteindelijk duidelijk dat duldbare overlast betrekking heeft op de horecacategorie die is opgenomen in het bestemmingsplan. Op dit moment is in het bestemmingsplan van Bodegraven-Centrum horecacategorie 3 opgenomen. Het college wil graag weten hoe de gemeenteraad denkt over een wijziging in het bestemmingsplan, zodat alleen nog restaurants in Bodegraven-Centrum zijn toegestaan.
In september wordt het bestemmingsplan voor Bodegraven-Centrum behandeld in de gemeenteraad. Voor de horecaondernemer in de Wilhelminastraat heeft een wijziging van het bestemmingsplan geen directe gevolgen. Alleen een opvolger heeft zich te houden aan de eventuele nieuwe norm. De vraag of een horecacategorie waarbij veel overlast geduld moet worden wel wenselijk is in de Wilhelminastraat, werd niet beantwoord. Burgemeester van der Kamp vertelde dat de tekst van de exploitatievergunning binnenkort wordt aangepast en beloofde dat de term duldbare overlast beter omschreven zal worden.
Waarschijnlijk was de discussie niet goed voorbereid doordat het agendapunt ‘överlast Wilhelminastraat’ op 8 april niet is besproken in de raadadviescommissie.
Naar aanleiding van het Twitterbericht van Jan Christiaan Goudbeek waarin hij vraagt of ze als inwoonster betrokken is zegt Merel van Dijk:
Goudbeek slaat de spijker op z’n kop. Inderdaad als betrokken inwoonster, m.b.t. tot overlast ben ik geen belanghebbende in deze omdat ik er te ver vanaf woon. Dit neemt niet weg dat ik wel overlast ervaar. Gelukkig zijn alle raadsleden betrokken inwoners en proberen we met die insteek een inhoudelijke bijdrage te leveren. Vanzelfsprekend heb ik goed contact met mijn buren zijnde de belanghebbenden en probeer ik dat ook met de uitbaters van de PUHA te hebben.”