EIS Kenniscentrum Insecten heeft tijdens de Groene Cirkels Bijenlandschap netwerkbijeenkomst op 24 augustus het rapport ‘Wilde bijen’ overhandigd aan de provincie Zuid-Holland,. Het rapport brengt de stand van de huidige bijenfauna van Zuid-Holland in beeld. De aanpak van de Groene Cirkels Bijenlandschap in Zuid-Holland is zeer effectief: de afgelopen jaren is het aantal soorten bijen in de regio waar de cirkel actief is, al met 34% toegenomen. Maar helaas is dat geen reden tot juichen. Want ondanks de groei gaat het niet goed met bijen en andere bestuivende insecten, terwijl zo’n 80% van onze eetbare gewassen en wilde planten van bestuiving afhankelijk is.
Veel bedreigde bijensoorten die op de zogeheten ‘Rode Lijst’ staan, zijn vooral in natuurgebieden waargenomen. De Biesbosch is een van de plekken waar een belangrijke, geïsoleerde populatie huist van de bedreigde knautiabij. Ook in Den Haag en op de Maasvlakte komen nog sterk geïsoleerde bedreigde bijensoorten voor.
Versterking en uitbreiding.
“Wij zijn heel blij met dit onderzoek. Het laat zien dat onze aanpak met de bijenlandschappen effectief is en dat het probleem zo groot is dat er meer moet gebeuren. Het rapport geeft concrete handvatten om het Zuid-Hollands bijenlandschap verder in te richten en uit te breiden”, aldus gedeputeerde Berend Potjer. “We gaan aan de slag om het bijenlandschap te versterken via dijken, beheer van open-duin-gebieden en verbindingen tussen duingebieden.”
Uit het rapport blijkt dat verschillende duingebieden belangrijke leefgebieden van de bij zijn. Ook worden de komende tijd groenbeheerders meegenomen in het beheer van ruigtes, struwelen en bosranden, met aandacht voor geplande bosaanplant. Verder staan lokale acties op de planning, zoals onderzoek naar de heidezandbij en een gesprek met Rotterdams Havenbedrijf over de koolzwarte zandbij en zwaluwbij. “Grootschalige initiatieven voor bijvoorbeeld hommels door maatregelen in landbouwgebieden en natuurinclusieve landbouw worden opgepakt in nauwe samenwerking met het Zuid-Hollands programma Landelijk Gebied”, aldus Potjer.
Bron: website provincie Zuid-Holland